Als je in de laatste 36 weken voordat je werkloos werd in ieder geval 26 weken gewerkt hebt, krijg je drie maanden WW. Als je al langer aan het werk was, kan je WW-uitkering ook langer duren. Zo’n werkloosheidsuitkering is altijd lager dan wat je verdiende toen je nog werkte. Je inkomen gaat dus omlaag.
Voor het garantiebedrag telt een werkloosheidsuitkering als ‘inkomen uit betaald werk’. Zolang je WW krijgt, houd je dus op zijn minst het garantiebedrag als aanvullende uitkering vanuit de Wajong.
- Als je WW-uitkering stopt, houd je nog een jaar lang recht op het garantiebedrag als je weer aan het werk gaat.
- Lukt het je om binnen een jaar na afloop van de WW-uitkering nieuw betaald werk te vinden? Dan rekent het UWV voor je uit wat voor jou voordeliger is: het garantiebedrag of de aanvullende Wajong-uitkering volgens de nieuwe regels. Je krijgt dan wat jou het meeste oplevert.
- Lukt het je pas meer dan een jaar na afloop van de WW-uitkering nieuw betaald werk te vinden? Dan krijg je een aanvullende Wajong-uitkering volgens de nieuwe regels. Je hebt dan namelijk geen recht meer op het garantiebedrag.